Gezondheidsmonitor Jeugd 2019 Gemeente Dronten
Hoe gaat het met de jongeren in Dronten? Dat is gemeten met de Gezondheidsmonitor Jeugd 2019, een onderzoek dat 1x per vier jaar wordt uitgevoerd door de afdeling BureauX van GGD Flevoland. De resultaten van dit landelijke onderzoek geven inzicht in de gezondheid en leefstijl van jongeren op het voortgezet onderwijs. In het najaar van 2019 hebben ruim 107.000 jongeren uit klas 2 en 4 in Nederland de vragenlijst ingevuld, waarvan 719 jongeren uit Dronten.
De resultaten van de Gezondheidsmonitor Jeugd zijn ingedeeld in zes dimensies van Positieve Gezondheid (figuur 1). Positieve Gezondheid betekent meer dan de afwezigheid van ziekte. Het gaat over het vermogen waarmee iemand omgaat met de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen in het leven. Met behulp van de zes dimensies wordt de gezondheid van jongeren in brede zin in kaart gebracht. (iPH (z.d.). Een bredere kijk op gezondheid, die meer oplevert. Beschikbaar via: https://iph.nl/positieve-gezondheid/wat-is-het/)
Lichamelijke gezondheid betekent: je goed voelen, gezond eten, en voldoende sporten en bewegen. Die zorgen voor meer energie en een gezonde groei, en verminderen het risico op chronische aandoeningen later. Voor de jeugd geldt: bewegen is goed, meer bewegen is beter. Ook vaccinaties dragen bij aan goede lichamelijke gezondheid. Hoe jongeren zich nu voelen, is van invloed op hun gezondheid in de toekomst.
De meeste jongeren in Dronten voelen zich gezond: 83% van de jongeren geeft aan hun gezondheid als goed of zeer goed te ervaren. Dit is hoger bij jongens dan bij meisjes.
Van de jongeren ervaart 83% hun gezondheid als goed of zeer goed. Dit is vergelijkbaar met de rest van Nederland (85%).
De meerderheid van de jongeren eet niet dagelijks groente of fruit (figuur 2). Van de jongeren geeft 34% aan dagelijks fruit en 44% dagelijks groente te eten. Ruim driekwart van de jongeren (78%) ontbijt 5 dagen per week of meer. Dit is iets meer dan het gemiddelde in Flevoland (73%).
In de Gezonde School-aanpak adviseert de GGD water te drinken op school in plaats van suikerhoudende dranken. Toch drinken jongeren naast water ook veel suikerhoudende dranken. In Dronten geeft 29% van de jongeren aan dagelijks drankjes met suiker te drinken. Dit is minder dan het gemiddelde in Flevoland (34%).
Het percentage jongeren dat elke dag drankjes met suiker drinkt is lager in Dronten in vergelijking met Nederland.
Van de jongeren in Dronten geeft 86% aan (bijna) nooit energiedrankjes te drinken. Energiedrankjes zijn geen gezonde keuze. Het is beter om ze niet of alleen bij uitzondering te drinken. Vanwege de cafeïne krijgen jongeren boven de 13 jaar het advies niet meer dan één blikje per dag te drinken. Jongeren onder de 13 zouden het helemaal niet moeten nemen. (Voedingscentrum (z.d.). Energiedrankjes. Beschikbaar via: https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/energiedrankjes.aspx.)
Jongeren in Dronten drinken minder energiedrankjes dan gemiddeld in Nederland.
Figuur 2: ontbijtgedrag, groente- en fruitconsumptie, inname van water, zoete drankjes en energydrinks onder jongeren in Dronten, Flevoland en in Nederland.
Jongeren in Dronten sporten veel: 85% sport wekelijks bij een club, vereniging of sportschool. Dit is meer dan het gemiddelde in Flevoland en vergelijkbaar met Nederland. Ook 76% van de jongeren geeft aan elke dag lopend of fietsend naar school te gaan. Figuur 3 geeft het beweeggedrag van jongeren aan. Het percentage jongeren in Dronten dat sport of lopend/fietsend naar school gaat is vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland.
Jongeren op de havo en het vwo gaan vaker lopend of fietsend naar school dan jongeren van het vmbo.
Figuur 3: het aantal jongeren dat dagelijks minstens één uur beweegt, wekelijks sport of dagelijks lopend of op de fiets naar school gaat in Dronten, Flevoland en Nederland.
In de Gezondheidsmonitor Jeugd zijn vragen opgenomen over vaccinaties en hoe jongeren hierover denken. Van de jongeren in Dronten geeft 83% aan te zijn gevaccineerd en 13% van de jongeren weet niet of ze gevaccineerd zijn. Van de jongeren die aangeven gevaccineerd te zijn, is 97% het eens met de keuze van zijn/haar ouders om zich te laten vaccineren. In heel Flevoland geeft 81% van de jongeren aan gevaccineerd te zijn.
Om de verspreiding van infectieziekten onder controle te houden, is het belangrijk dat kinderen en jongeren hun vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) halen. Wanneer veel mensen zijn ingeënt tegen een infectieziekte, komt deze ziekte minder vaak voor (groepsimmuniteit). Voor bijvoorbeeld de bestrijding van mazelen moet de vaccinatiegraad minimaal 95% zijn om groepsbescherming te krijgen. In het RVP worden kinderen en jongeren gratis ingeënt tegen 12 infectieziekten. Sinds 2019 valt het RVP onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van gemeenten.
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op zelf-rapportage van jongeren. Gebaseerd op cijfers van het landelijke registratiesysteem, dat is aangesloten op de Basisregistratie Personen, is in 2018 de vaccinatiegraad in Dronten voor volledige deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma 90%. Dit is 0,1 procentpunt minder dan gemiddeld in Nederland. |
Om goed te kunnen functioneren in het dagelijks leven is psychische gezondheid van belang. Jongeren kunnen last hebben van psychosociale problemen, zoals emotionele problemen, gedragsproblemen en problemen met leeftijdgenoten. Ervaren stress geeft risico op lichamelijke en/of psychische gezondheidsproblemen en beïnvloedt daarmee ook hun kwaliteit van leven. Om dromen en doelen van nu en later te kunnen verwezenlijken zijn weerbaarheid en voldoende inkomen belangrijk. Weerbaarheid is ‘het in staat zijn om met de eisen van de samenleving om te gaan, zelfstandig keuzes te kunnen maken en met tegenslagen om te kunnen gaan’. (NCJ (z.d.). Themadossier Weerbaarheid. Beschikbaar via: https://www.ncj.nl/themadossiers/weerbaarheid/over-weerbaarheid/)
In Dronten heeft 14% van de jongeren een verhoogd risico op psychosociale problemen, zoals hyperactiviteit, emotionele problemen, problemen met leeftijdgenoten, gedragsproblemen en pro-sociaal gedrag. In Dronten heeft 21% een verhoogd risico op emotionele problemen en 11% een verhoogd risico op gedragsproblemen. Het risico op psychosociale problemen in Dronten is vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland (12%).
Meisjes hebben vaker psychische problemen dan jongens. Ook hebben meisjes vaker emotionele problemen (zoals zich angstig of ongelukkig voelen) dan jongens.
Gedragsproblemen (zoals onrustig of agressief gedrag) komen juist vaker voor bij jongens.
Met behulp van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) is de psychosociale gezondheid in kaart gebracht. SDQ meet het risico op de aanwezigheid van psychosociale problematiek, waaronder emotionele problemen en gedragsproblemen. Met de SDQ kan ingeschat worden hoe groot de kans is dat een jongere daadwerkelijk problemen heeft of gaat ontwikkelen. |
Van de jongeren in Dronten geeft 46% aan zich vaak of zeer vaak gestrest te voelen. School of huiswerk wordt het meest genoemd als oorzaak van stress (figuur 4). Jongeren in Dronten voelen zich ongeveer even vaak gestrest (46%) als jongeren elders in Nederland (44%).
Meisjes geven vaker aan zich gestrest te voelen dan jongens.
Figuur 4: zelfgerapporteerde oorzaken van stress onder jongeren in Dronten, Flevoland en Nederland.
Van de jongeren uit Dronten is 89% voldoende weerbaar. Over het algemeen scoren jongens iets beter dan meisjes. Het percentage Drontense jongeren dat voldoende weerbaar is, is vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland (90%).
Weerbaarheid is gemeten aan de hand van stellingen over ‘opkomen voor jezelf’ en het maken van keuzes waarop jongeren hebben aangegeven in hoeverre ze het hiermee eens zijn. |
Jongeren die opgroeien in armoede hebben onder andere een hoger risico op sociale uitsluiting, psychische problemen en een minder goede ontwikkeling van het brein als gevolg van stress (NCJ (z.d.) Themadossier Armoede. Beschikbaar via: https://www.ncj.nl/themadossiers/aanpak-armoede/gevolgen/) Ook hangt opgroeien in armoede samen met een ongezondere leefstijl, zoals minder gezonde voeding, minder sporten en meer blootstelling aan meeroken. (CBS (2019). Armoede en sociale uitsluiting 2019. Beschikbaar via: https://longreads.cbs.nl/armoede-en-sociale-uitsluiting-2019/armoede-en-sociale-uitsluiting-bij-kinderen/)
Van de jongeren in Dronten geeft de meerderheid (65%) van de jongeren aan thuis geen moeite te hebben met rondkomen, 6% van de Drontense jongeren geeft aan thuis enige of grote moeite te hebben met rondkomen (figuur 5). Gemiddeld in Nederland geeft 69% van de jongeren aan thuis geen moeite te hebben met rondkomen.
In 2018 is 6% van alle jongeren in Dronten opgegroeid in een gezin met een laag inkomen (armoederisico). (CBS (2019). Armoede en sociale uitsluiting 2019. Beschikbaar via: https://longreads.cbs.nl/armoede-en-sociale-uitsluiting-2019/armoede-en-sociale-uitsluiting-bij-kinderen/) |
Figuur 5: zelfgerapporteerde moeite met rondkomen in Dronten.
Van de jongeren in Dronten geeft de meerderheid (73%) van de jongeren aan bij beide ouders te wonen (zie onderstaand figuur).
Jongeren die naar het vmbo basis of kader gaan, wonen minder vaak bij beide ouders.
Figuur 6: gezinssituatie van de jongeren in Dronten.
Ervaren hoe het met je gaat is ook een aspect van gezondheid. Dit wordt ook kwaliteit van leven genoemd. Je gelukkig voelen is een aspect van lekker in je vel zitten. Ingrijpende gebeurtenissen zoals een scheiding of een ziekte van een ouder hebben invloed op hoe goed jongeren in hun vel zitten. Deze ingrijpende gebeurtenissen staan bekend als risicofactoren voor het ontwikkelen of in stand houden van psychosociale problemen bij jongeren. (NCJ (2016). Richtlijn: Psychosociale problemen. Beschikbaar via: https://www.ncj.nl/richtlijnen/alle-richtlijnen/richtlijn/?richtlijn=35&rlpag=1752)
Van de jongeren uit Dronten voelt 80% zich gelukkig. Gemiddeld geven meer jongens aan zich gelukkig te voelen dan meisjes. In Nederland geeft 84% van de jongeren aan zich gelukkig te voelen.
In Dronten is 16% van de jongeren een jonge mantelzorger. Dit is iemand die op dit moment een gezinslid heeft met een ernstige ziekte, beperking of verslaving. Ongeveer een kwart van de jongeren in Dronten (26%) heeft een scheiding meegemaakt van zijn/haar ouders, of maakt nu een scheiding mee.
Vriendschappen en deel uitmaken van een groep zijn belangrijk voor zelfvertrouwen, ervaren steun en zelfstandigheid. Pesten heeft echter het tegenovergestelde effect. Bij pesten probeert een jongere (of meerdere jongeren) een andere jongere schade toe te brengen. Dit kan fysiek, verbaal of psychologisch zijn. Daarnaast kan pesten ook digitaal plaatsvinden, via internet, sociale media of telefoon. Jongeren die gepest worden hebben een hogere kans op het ontwikkelen van psychische problemen zoals angst en depressie, ook op latere leeftijd. Daarnaast kan gepest worden leiden tot psychosomatische klachten en tot een lager zelfvertrouwen bij jongeren. (NCJ (2014). NCJ Richtlijn: pesten. Beschikbaar via: https://www.ncj.nl/richtlijnen/alle-richtlijnen/richtlijn/?richtlijn=1&rlpag=469)
In Dronten geeft 11% van de jongeren aan gepest te zijn in de afgelopen drie maanden. Bij 4% van de jongeren in Dronten heeft het pesten meerdere keren per maand plaatsgevonden. Ook is 7% van de jongeren digitaal gepest in de afgelopen drie maanden. In Nederland geeft gemiddeld 8% aan gepest te zijn in de afgelopen drie maanden.
Figuur 7: pestgedrag onder jongeren in Dronten, Flevoland en Nederland.
Dertien procent van de jongeren in Dronten voelde zich de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd. De reden hiervoor is meestal afkomst of huidskleur (zie ook figuur 8).
Meisjes voelen zich iets vaker gediscrimineerd dan jongens.
Discriminatie lijkt meer voor te komen op het vmbo.
Figuur 8: redenen voor discriminatie die door de jongeren zijn aangegeven (van degenen die zich weleens gediscrimineerd voelen).
Driekwart van de jongeren in Dronten beschouwt homoseksualiteit als normaal, 7% beschouwt het als erg raar of verkeerd. Van de jongeren geeft 27% aan dat ze tegen iedereen op school eerlijk uit kunnen komen voor homoseksualiteit.
LHBTi-jongeren (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgenders en intersekse personen) krijgen vaker te maken met grensoverschrijdend gedrag dan hetero-jongeren. Uit de ‘Handreiking LHBTi-emancipatie’ blijkt dat zij ruim twee keer zo vaak worden gepest en twee keer vaker te maken krijgen met sociaal geweld. Ze maken drie tot zeven keer meer grof geweld en seksueel geweld mee. (Movisie, 2017)
Meisjes beschouwen homoseksualiteit vaker als normaal dan jongens.
In klas 2 ligt het percentage jongeren dat homoseksualiteit normaal vindt hoger dan in klas 4.
In Dronten geeft 3% van de jongeren aan zelf een naaktfoto of seksfilmpje te hebben verstuurd. Dit is gelijk aan het gemiddelde in Nederland. Vier procent van de jongeren geeft aan dat een naaktfoto of seksfilmpje weleens tegen zijn/haar zin is verspreid door iemand anders.
Risicogedrag als alcohol- en drugsgebruik, roken, onveilig vrijen en overmatig gebruik van social media en gamen komen relatief vaak voor bij jongeren. Veelvuldig gebruik van alcohol en drugs op jonge leeftijd kan leer-, gedrags- en geheugenproblemen veroorzaken. Op langere termijn kan middelenmisbruik leiden tot psychische problemen zoals angsten en psychoses. Onveilig vrijen kan leiden tot seksueel overdraagbare aandoeningen (Soa’s) of ongewenste zwangerschap. Ten slotte kunnen overmatig gebruik van social media en gamen leiden tot verslaving.
Van de jongeren uit Dronten loopt 9% risico op problematisch gebruik van sociale media en loopt 2% risico op problematisch gamen. Meisjes hebben vaker een risico op problematisch gebruik van sociale media, terwijl jongens vaker een risico hebben op problematisch gamen. (Jellinek (2018) Risico’s van overmatig gamen. Beschikbaar via: https://www.jellinek.nl/informatie-over-alcohol-drugs/gedrag/gamen/)
Problematisch gebruik van sociale media en gamen zijn gebaseerd op een somscore aan de hand van zeven kernindicatoren gebaseerd op de CIUS-A lijst van het instituut voor verslavingsonderzoek (IVO). De gevolgen van overmatig gamen kunnen zich onder andere uiten in het afraffelen van huiswerk, het verminderen van sociale contacten en concentratieproblemen. |
Alcoholgebruik onder jongeren onder de 18 is de laatste jaren sterk gedaald, voornamelijk door invoering van de Drank- en horecawet die verkoop van alcohol aan jongeren verbiedt. Toch heeft 25% van de jongeren in Dronten ooit alcohol gedronken. Het grootste deel van de jongeren dat ooit alcohol heeft gedronken, heeft ook recent gedronken, en in veel gevallen is dat vijf glazen of meer (bingedrinken). Eén op de tien jongeren is recent dronken of aangeschoten geweest (figuur 9).
Het aantal jongeren dat alcohol drinkt en met name binge drinkt is het laagst onder jongeren van het vwo en het hoogst onder jongeren van het vmbo.
In Nederland heeft 31% van de jongeren ooit alcohol gedronken. Ruim de helft daarvan, of 18% van alle jongeren, heeft recent binge gedronken.
Figuur 9: alcoholgebruik onder jongeren in Dronten, Flevoland en Nederland.
Roken komt steeds minder voor onder jongeren, voornamelijk door de Tabaks- en rookwarenwet. Toch zijn er nog steeds jongeren die op jonge leeftijd beginnen met roken. In Dronten heeft 11% van de jongeren ooit een sigaret gerookt. De helft daarvan rookt tenminste iedere week. Dat is 5% van alle jongeren. Daarnaast geeft één op de vijf jongeren aan ooit een elektronische sigaret te hebben gebruikt (figuur 10).
Van de jongeren in Dronten heeft 11% ooit waterpijp gerookt, 7% heeft ooit softdrugs gebruikt en 3% van de jongeren heeft ooit lachgas gebruikt. Het recente gebruik van deze middelen is lager (figuur 10). In Nederland heeft gemiddeld 10% van de jongeren ooit gerookt en 9% van de jongeren ooit softdrugs gebruikt.
Figuur 10: tabak, softdrugs, waterpijp en lachgas gebruik in Dronten, Flevoland en Nederland.
Vier op de vijf jongeren in Dronten geeft aan weleens verliefd te zijn. Aan de Drontense jongeren is ook gevraagd of ze ervaring hebben met geslachtsgemeenschap. Eén op de tien jongeren geeft aan ooit seks te hebben gehad. Van de jongeren die seks hebben gehad, heeft 48% altijd een condoom gebruikt. In Nederland geeft gemiddeld 45% van de seksueel actieve jongeren aan altijd een condoom te hebben gebruikt.
Jongeren met meerdere problemen op het gebied van school, wonen of risicogedrag vormen een groep met een verhoogd risico op latere gezondheidsproblemen. Het is daarom belangrijk om in kaart te brengen welke jongeren onder een risicogroep vallen.
Een risicogroep is inzichtelijk gemaakt door 11 risico-indicatoren uit de vragenlijst bij elkaar op te tellen. Het gaat daarbij om de volgende 11 onderwerpen: niet bij een club sporten, recent alcohol drinken, wekelijks roken, emotionele problemen, gedragsproblemen, lage weerbaarheid, regelmatig pesten op school, regelmatig gepest op school, problematisch social media gebruik, problematisch gamen en nooit ontbijten. Stapeling van problemen komt vooral voor bij gezinnen met een lagere sociaaleconomische status en bij gezinnen die moeite hebben met rondkomen.
De meerderheid van de jongeren heeft geen of één risicofactor, 15% van de jongeren in Dronten heeft drie of meer risicofactoren. In Flevoland heeft 14% van de jongeren drie of meer risicofactoren.
In figuur 11 is een uitsplitsing gemaakt naar klas, opleidingsniveau, gezinssituatie en moeite met rondkomen voor Flevoland. Dit figuur is niet op het niveau van Dronten gepresenteerd vanwege de lagere aantallen. Ook bij jongeren die aangeven dat hun gezin moeite heeft met rondkomen, is het percentage verviervoudigd ten opzichte van jongeren uit gezinnen die geen moeite hebben met rondkomen. Het is aannemelijk dat deze verschillen ook in de gemeente Dronten merkbaar zijn.
Figuur 11: percentage jongeren in Flevoland met een stapeling van drie of meer risicofactoren voor gezondheidsproblemen op latere leeftijd, uitgesplitst naar leerjaar, opleidingsniveau, gezinssituatie, problemen met rondkomen, en geslacht.
In Nederland hebben ruim 107.000 jongeren uit klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs deelgenomen aan de Gezondheidsmonitor Jeugd 2019, waarvan 5.916 uit Flevoland. De jongeren hebben een anonieme vragenlijst op de pc, tablet of smartphone ingevuld.
In Dronten hebben 719 jongeren deelgenomen aan dit onderzoek. Alle VO-scholen in de gemeente Dronten hebben deelgenomen aan het onderzoek. Daarnaast hebben ook scholen uit andere gemeenten (ook buiten Flevoland) meegedaan.
Alle jongeren woonachtig in Dronten zijn meegenomen in de cijfers voor deze factsheet. Van de deelnemende jongeren uit Dronten is 50% jongen en 50% meisje. De verdeling naar leeftijd en onderwijsniveau staan in de onderstaande figuren.
Figuur 12: verdeling van de leeftijden van de deelnemende jongeren uit Dronten.
Figuur 13: verdeling van de jongeren over de verschillende onderwijsniveaus.